The new Dutch TV series and accompanying book “Het verhaal van Nederland: Oranje Nassau. A new history of the Netherlands and the royal house” by Dorine Hermans and Marchien den Hertog, do mention how the Nassaus eventually ended up in the Netherlands. However, the link between Count Engelbrecht I of Nassau and Willem (William) “the Silent” of Nassau, prince of Orange (1533-1584), is missing. And where did these Nassaus actually come from?
De nieuwe Nederlandse tv-serie en het bijbehorende boek “Het verhaal van Nederland: Oranje Nassau. Een nieuwe geschiedenis van Nederland en het koningshuis” door Dorine Hermans en Marchien den Hertog, vermelden weliswaar hoe de Nassaus uiteindelijk in de Nederlanden terechtkwamen. Echter ontbreekt de link tussen graaf Engelbrecht I van Nassau en Willem van Nassau, prins van Oranje. En waar kwamen deze Nassaus eigenlijk vandaan?
The family’s origins are in Laurenburg, a village in the present German state of Rhineland-Palatinate. There, around 1090, one Dudo of Laurenburg built a castle on the river Lahn. He is the ancestor of the Counts of Nassau. A few decades later, Nassau Castle was also built in the area. The ruins of both castles still exist.
De oorsprong van de familie ligt in Laurenburg, een dorpje in de huidige Duitse deelstaat Rijnland-Palts. Daar bouwde ene Dudo van Laurenburg rond 1090 een burcht aan de rivier de Lahn. Hij is de stamvader van de graven van Nassau. Enkele tientallen jaren later werd in de omgeving ook het kasteel Nassau gebouwd. De ruines van beide kastelen bestaan nog.
Rupert I of Laurenburg, a son of Dudo, married Beatrix of Limburg, establishing the Nassaus’ first connection to the Netherlands. More connections were to follow over the next few centuries. His grandsons, Rupert II and Walram I, were the first to have themselves named count of Nassau around 1160. In 1255, Walram’s grandsons, brothers Walram II and Otto I, split their possessions. The grand ducal family of Luxembourg descends from Walram, the Dutch royal family from Otto, although both branches have since died out in the male line. Incidentally, Walram and Otto’s mother was again from the Netherlands: countess Machteld of Gelre and Zutphen. Otto received Siegen and Dillenburg, among others. Otto’s son Heinrich I married Adelheid of Heinsberg and Blankenberg, a granddaughter of Duke Henry I of Brabant.
Rupert I van Laurenburg, een zoon van Dudo, trouwde met Beatrix van Limburg, waarmee de eerste verbinding van de Nassaus met de Nederlanden tot stand komt. In de loop van de volgende eeuwen zouden er meer verbindingen volgen. Zijn kleinzoons, Rupert II en Walram I, lieten zich rond 1160 als eersten graaf van Nassau noemen. In 1255 splitsten Walrams kleinzoons, de broers Walram II en Otto I, hun bezittingen op. De groothertogelijke familie van Luxemburg stamt af van Walram, het Nederlandse koningshuis van Otto, al zijn beide takken inmiddels in mannelijke lijn uitgestorven. De moeder van Walram en Otto kwam overigens opnieuw uit de Nederlanden: gravin Machteld van Gelre en Zutphen. Otto ontving o.a. Siegen en Dillenburg. Otto’s zoon Heinrich I trouwde met Adelheid van Heinsberg en Blankenberg, een kleindochter van hertog Hendrik I van Brabant.
The first Nassau, who actually went to the Netherlands, was Engelbrecht I, a great-grandson of Heinrich. Count Engelbrecht I of Nassau-Siegen was the third son of count Johann I of Nassau-Siegen and Margaretha van der Mark, whose mother came from the county of Kleve, on the Dutch-German border. On 1 August 1403, Engelbrecht married Johanna van Polanen, an 11-year-old heiress from the Netherlands. Among the properties that thus came into the possession of the Nassaus were Breda, Geertruidenberg, Klundert, Oosterhout, Dongen, the Lek, Monster, Polanen, Zundert and Nispen. To these were added a house on the Coudenberg in Brussels and a house in Mechelen, two cities located in present-day Belgium. Engelbrecht held important positions in the duchy of Brabant and the county of Holland.
De eerste Nassau, die ook daadwerkelijk naar de Nederlanden trok, was Engelbrecht I, een achterkleinzoon van Heinrich. Graaf Engelbrecht I van Nassau-Siegen was de derde zoon van graaf Johann I van Nassau-Siegen en Margaretha van der Mark, wiens moederuit het graafschap Kleef kwam, aan de Nederlands-Duitse grens. Op 1 augustus 1403 trouwde Engelbrecht met Johanna van Polanen, een 11-jarige erfdochter uit de Nederlanden. Onder de bezittingen die op die manier in het bezit van de Nassaus kwamen, waren Breda, Geertruidenberg, Klundert, Oosterhout, Dongen, de Lek, Monster, Polanen, Zundert en Nispen. Daarbij kwamen nog een huis op de Koudenberg in Brussel en een huis in Mechelen, twee steden die in het huidige België liggen. Engelbrecht bekleedde belangrijke posities in het hertogdom Brabant en het graafschap Holland.
The eldest son of Engelbrecht and Johanna, Johan IV (Jan) held important positions in the Duchy of Brabant. He married countess Maria van Loon-Heinsberg, a noble family from present-day Limburg in Belgium. Their eldest son Count Engelbrecht II inherited the family’s Dutch possessions in 1475. He was in the service of the Burgundian duke Charles the Bold. However, he had no children. He brought the son of his younger brother, Count Johann V, to Breda, and appointed this Hendrik as his successor. Hendrik III inherited Engelbrecht II’s possessions in 1504. He was in the service of Philip the Handsome, ruler of the Burgundian Netherlands until 1506, and was later the governor of Emperor Charles V. He also was Stadtholder of Holland and Zeeland from 1515 to 1521.
De oudste zoon van Engelbrecht en Johanna, Johan IV (Jan) bekleedde belangrijke posities in het hertogdom Brabant. Hij huwde gravin Maria van Loon-Heinsberg, een adellijk geslacht uit het huidige Limburg in België. Hun oudste zoon graaf Engelbrecht II erfde in 1475 de Nederlandse bezittingen van de familie. Hij was in dienst van de Bourgondische hertog Karel de Stoute. Hij had echter geen kinderen. Hij haalde de zoon van zijn jongere broer, graaf Johann V, naar Breda halen, en benoemde deze Hendrik tot zijn opvolger. Hendrik III, erfde in 1504 de bezittingen van Engelbrecht II. Hij was in dienst van Filips de Schone, tot 1506 de landsheer van de Bourgondische Nederlanden en was later de gouverneur van Keizer Karel V. Hij was van 1515 tot 1521 tevens stadhouder van Holland en Zeeland.
With his second wife Claudia of Chalon, Hendrik III had a son: named René of Chalon. The latter in 1530 inherited the principality of Orange in France from his unmarried uncle Philibert of Chalon. René was a.o. Stadtholder of Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre and Zutphen. He was in the service of Charles V and died in 1544 during the siege of Saint-Dizier, France. In his will, René left his possessions and the title prince of Orange, to Willem, the eldest son of his father’s brother, Wilhelm I of Nassau-Dillenburg. Since then, the fate of the Nassaus (Oranges) has been inextricably linked to the Netherlands and the later Kingdom of the Netherlands.
Met zijn tweede vrouw Claudia van Chalon had Hendrik III een zoon: René van Chalon genoemd. Deze erfde in 1530 van zijn zijn ongehuwde oom Filibert van Chalon het vorstendom Orange in Frankrijk. René was o.a. stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre en Zutphen. Hij was in dienst van Karel V en sneuvelde in 1544 tijdens het beleg van Saint-Dizier, Frankrijk. In zijn testament liet René zijn bezittingen en de titel prins van Oranje, na aan Willem, de oudste zoon van de broer van zijn vader, Wilhelm I van Nassau-Dillenburg. Sindsdien is het lot van de Nassaus (Oranjes) onlosmakelijk met de Nederlanden en het latere Koninkrijk der Nederlanden verbonden.